donderdag 6 maart 2014

Helpdesk The Sequel - Iets met kastjes en muren

8u

“Helpdesk, u spreekt met Adelberta, hoe kan ik u helpen?”
“Ja, goeiemorgen.  Ik heb net gemerkt dat het internet hier niet werkt.”
“Oké, ik zal even enkele testen doen op uw lijn, even geduld alstublieft.”


“Ja mevrouw, heeft u een computer in de buurt om een configuratie uit te voeren?”
“Oei, euhm… Niet meteen, maar ik doe dat ook niet graag zelf. Mijn dochter is er straks wel, die kan wel helpen. Maar ik kan nog niet zeggen wanneer dat zal zijn. Zal ik dan anders terugbellen?”
“Ja, da’s goed. Belt u dan straks maar terug. Nog een prettige dag verder.”


10u30

“Voor algemene vragen over uw contract, druk 1. Voor technische problemen, druk 2.”

2

“Eerder vandaag werd er op uw lijn een storing gemeld. Dit probleem werd als opgelost beschouwd. Voor deze storing, druk 1. Voor andere problemen, druk 2.”
Say what, die storing was helemaal niet opgelost!

1

TIRITOMBAAAAAA

“Helpdesk, u spreekt met Reginald, hoe kan ik u helpen?”
“Goeiemorgen, ik heb al sinds 8u vanmorgen geen internet. Heb daarnet al met uw collega gebeld, die zei dat de modem opnieuw moest opstarten en dat het dan zou opgelost zijn, maar da’s niet het geval.”
“Oké mevrouw, ik zal even enkele testen doen op uw lijn doen.”
“Zijn wij de enigen in de buurt met dit probleem? Want we hebben dit vorige maand nog voorgehad en toen bleek uiteindelijk dat het een algemene storing was.”
“Nee, ik zie hier geen algemene problemen.”


“Ja mevrouw, ik ben een configuratie aan het uitvoeren, nog even geduld.”


“Oké mevrouw, nu mag u nog even de stroom van de modem uittrekken en dan terug insteken. Het zou nu opgelost moeten zijn, ik zal het systeem over 10 minuten laten terugbellen. Nog een prettige dag verder.”
“Bedankt, dag.”

11u

“Dit is een automatisch systeem. Is uw probleem intussen opgelost? Ja, druk 1. Neen, druk 2.

2

“Wenst u opnieuw met een medewerker in gesprek te komen? Ja, druk 1. Neen, druk 2.

1

“Het systeem zal nu enkele testen uitvoeren op uw lijn en u doorverbinden met een medewerker, even geduld alstublieft.”

TIRITOMBAAAA

TIRITOMBAAAA

Tuut…Tuut…Tuut

TIRITOMBAAAA

“Hallo, helpdesk, u spreekt met Brunhilde, hoe kan ik u helpen?”
“Goeiemorgen. Ik heb al sinds 8u vanmorgen geen internet. Heb al met 2 collega’s van u gebeld en op hun vraag de stroom van de modem uitgetrokken en de modem gereset. Maar het werkt nog steeds niet.”
“Ik zal even enkele testen doen, even geduld alstublieft.”

Waar zijn de resultaten van de testen door het systeem? Moet zij dat nu allemaal opnieuw doen?

“Mevrouw? Ja, het probleem ligt aan het feit dat u de modem gereset hebt.”
“Maar om 8u lag het internet al uit en ik heb pas om 10u30 die modem gereset.”
“Ja, maar dat was een ander probleem. Dat zou opgelost moeten zijn. Dit probleem komt door die reset. Heeft u een computer in de buurt? U mag dan uw Internet Explorer opstarten en in de adresbalk, waar google.com staat, mag u 192.168.1.1 ingeven.”

Hah, wat als ik een oud vrouwtje ben dat op aanraden van haar kleinkinderen Chrome gebruikt en een andere startpagina heeft? Soit.

“Nu moet u uw serienummer van de modem ingeven, en dan bij de instellingen uw log-in ingeven. Dat staat op uw factuur.”

Ja, dat weten we sinds de vorige keer…

“Oké, da’s gelukt.”
“Goed, dan mag u me nu uw klantennummer geven en de datum van dat factuur.”
“Da’s 12345678 en het factuur is van 7 februari 2014.”
“Oké, dan mag u nu in het vakje voor het paswoord de volgende letters en cijfers ingeven: n00bd3sk. Nu zou het moeten werken.”
“Nee, nog steeds niets.”
“Ah,  ik zie hier net dat er inderdaad een algemene storing is in uw buurt. Die is gemeld om 9u30 en ze zijn ermee bezig.  Ze zijn nu aan het configureren dus het zou snel moeten opgelost zijn.”

Waarom kon die Reginald om 10u30 dat dan niet zien? En ik dacht dat het probleem lag aan onze router…

“Ah, dus het probleem ligt niet bij ons?”
“Nee inderdaad mevrouw, maar ik zie wel dat er op uw lijn regelmatig onderbrekingen zijn en dat zou niet mogen. Ik zal een technieker langs sturen om daar eens naar te kijken.”
“Ah oké, bedankt. Maar ligt het probleem dan bij ons in huis of buiten?”
“Ja, het probleem zit waarschijnlijk op een lijn die van buiten naar binnen loopt."

Maar is het dan buiten of binnen?

"En ik zie dat u een contract heeft dat problemen binnen de 12 uur moeten opgelost zijn. Dus als hij vandaag niet langskomt, dan toch zeker morgenvroeg vanaf 8u.”
“Hm, kan u zeggen of dat vandaag nog gaat zijn of niet? Want ik moet hier ook nog allerlei dingen doen en regelen. Dus ik zou graag een idee hebben wanneer ik die technieker kan verwachten.”
“Nee mevrouw, da’s een andere dienst, die plannen dat zelf in, daar kunnen wij niet aan. Nog een prettige dag verder, dag”

Als het morgen om 8u nog niet opgelost is, zitten we 24 uur zonder internet, geen 12. Kloklezen, geen vereiste maar wel een troef!*

*Theofiel (zie later) legt ons later uit hoe dat precies in elkaar steekt.

14u

Even langs hun winkel gelopen, om te vragen of ze daar iets meer wisten.
“Ah ja, mevrouw, er is inderdaad een softwareprobleem. Maar het zou nu ongeveer opgelost moeten zijn.”

14u30

Hallelujah, internet werkt weer!

16u30

Dju, internet ligt weer uit.

16u45

Hallelujah, internet werkt weer! Ik zal ineens mijn factuur van m'n internet-provider betalen, tijd voor pc-banking! Zo, nu op log-in klikken en...

Dju, internet ligt weer uit. Laten we de helpdesk bellen!

“Voor algemene vragen over uw contract, druk 1. Voor technische problemen, druk 2.”

2

“Eerder vandaag werd er op uw lijn een storing gemeld. Dit probleem werd als opgelost beschouwd. Voor deze storing, druk 1. Voor andere problemen, druk 2.”

1

“Het systeem zal nu enkele testen uitvoeren op uw lijn en u doorverbinden met een medewerker, even geduld alstublieft.”

TIRITOMBAAAA

TIRITOMBAAAA

Oooh, internet werkt weer!

“Hallo helpdesk, u spreekt met Theofiel.”
“Ja goeiemiddag, ik zit al sinds 8u vanmorgen zonder internet. Heb al 3 van uw collega’s aan de lijn gehad. Eerst zeiden ze dat het probleem bij ons lag, dan was het toch een algemene storing. Om 14u30 hadden we terug internet maar sindsdien heeft het alweer 2 keer uitgelegen en nu net terwijl ik aan het bellen was, werkte het terug.”
“Ah, ik zal eens even kijken he… Ja, ik zie dat er inderdaad een algemene storing is geweest bij u, maar dat zou opgelost moeten zijn sinds 14u30.”
“Ja, toen heeft het gewerkt, maar sindsdien heeft het alweer 2 keer uitgelegen.”

Laat ik de pagina even refreshen… Ahja, lap, het ligt weer uit.

“Theofiel, het ligt weer uit.”
“Hm, ja, dat probleem zal toch bij u liggen, aan de modem of zo. Want u bent de enige die belt met problemen.”
“En kan u niet zien of er in de buurt nog storingen zijn?”
“Neen, u bent de enige die belt. We kijken pas naar algemene storingen zodra er 3 mensen bellen. En de afgelopen 3 uur bent u de enige in die regio die gebeld heeft.”
 “Maar u en uw medewerkers doen constant testen op onze lijn, kan u dat niet doen bij andere klanten in de buurt om te zien of daar alles werkt?”
“Nee mevrouw, dat gaat niet.”
“Dus u heeft geen intern systeem dat storingen monitort en meldt? U bent volledig afhankelijk van mensen die bellen om storingen te melden?”
“Ja dat klopt.”

Really? Da’s dan een groot bedrijf dat internet voor half België aanbiedt, met een paar miljoen klanten, maar ze hebben geen eigen systeem om storingen te detecteren? Ze moeten wachten tot er genoeg mensen bellen? Are these the bloody Middle Ages?!

“Dus ik ben ook afhankelijk van die andere mensen die bellen?”
“Maar mevrouw, wij hebben geen melding van een algemene storing. Dus het probleem ligt waarschijnlijk gewoon bij u. Misschien is de modem kapot.”
“Maar we zijn vorige maand pas een nieuwe gaan halen. En toen bleek dat het probleem ook niet bij ons lag.
“Nieuwe toestellen kunnen ook kapot gaan mevrouw.”

Ja, zeker toestellen van uw bedrijf precies.

“Toen konden ze ons pas na 4 uur zeggen dat er een algemene storing was. En nu heeft het ook 3 uur geduurd.”
“Maar die storing is intussen opgelost, sinds 14u30. Men heeft toen getest of alle klanten in de buurt gegevens konden ontvangen en konden terugsturen naar onze centrale en dat was het geval. Dus die storing is opgelost.”
“Of het is nog steeds een algemene storing maar er heeft sinds 14u30 niemand anders meer gebeld.”
“Ja, pas vanaf 3 bellers kijken we of het een algemeen probleem kan zijn.”
“En u zegt dat er om 14u30 wel een test gedaan is bij verschillende klanten, kan dat dan nu ook niet?”
“Nee mevrouw, dat gaat niet.”
“Ah… En nu? Want ik moet betalingen doen, en ik ben hier ook al de hele dag mee bezig geweest eigenlijk.” 
“Ik zie dat er een afspraak met een technieker geboekt staat.”
“En wanneer zou die langskomen?”
“Ofwel vandaag, als hij een late shift heeft. En anders morgen in de voormiddag.”
“Maar daarstraks heeft uw collega gezegd dat dat binnen de 12 uur zou moeten?”
“Ja, maar da zijn werkuren. Dus van 8u ’s morgens tot nu ergens, dat zijn dan 8 uur. Dus als hij vandaag niet komt, zal het morgen in de voormiddag zijn, dat valt nog binnen de 12 werkuren.”

Je zal maar met 2 gaan werken en ’s avonds om 19u merken dat internet plat ligt. Dan kan de technieker ofwel de volgende dag tussen 8u en 17u langskomen, ofwel overmorgen in de voormiddag. Dus dan moet iemand van de twee verlof nemen zodat de technieker niet voor een gesloten deur staat…

“En wat kan ik in de tussentijd doen?”
“Niet veel mevrouw. Ik kan ook niks doen van hieruit. Ik kan wel eens proberen te bellen naar de technieker om na te vragen of hij vanavond een late shift heeft en toch misschien vandaag nog kan langskomen… Mevrouw? De technieker neemt niet meer op, die zal al gedaan hebben voor vandaag. Dus het zal voor morgen zijn.”

Tiens, Theofiel kan rechtstreeks een technieker contacteren, maar Brunhilde kon dat niet. Ik probéér het zelfs niet meer te begrijpen.

“Allez dan maar.”
“Ja, nog een prettige dag verder.”

20u30

Hallelujah, internet werkt weer!

Volgende dag, 10u

“Goeiemorgen mevrouw, u spreekt met Prosper, technieker bij internet-provider-van-m'n-kloten. Ik zou vandaag moeten langskomen bij u voor problemen met uw internetverbinding. Ik kan er over een half uur zijn als dat past voor u.”
“Wel meneer, ons internet werkt terug sinds gisteravond 20u30. Is het dan nog nodig dat u langskomt?”
“Ah ja, mevrouw, ik heb gisteravond de verdeelkast bij u in de buurt opengemaakt en daar bleek inderdaad een los contact te zitten. Dus ik heb dat terug vastgezet.”
“Dus het was een los contact? Eerder op de dag zeiden ze mij dat er een softwareprobleem was. Is dat dan toevallig allebei op dezelfde dag? En dan zijn de storingen die volgens de helpdesk zo vaak voorkomen op onze lijn misschien ook opgelost nu dat contact terug vast zit?”
“Dat kan ik niet met zekerheid zeggen mevrouw.”
“Dat snap ik. Maar u hoeft vandaag niet langs te komen. We zullen zien of het hier nu opgelost is. En anders bel ik wel terug. Nog een prettige dag verder.”

KLIK


donderdag 20 februari 2014

Feiten of inzicht - Over de Eerste Wereldoorlog

Gisteren op Volt, vandaag in het nieuws: 10% van de 18-jarigen weet niet wanneer de Eerste Wereldoorlog begon en eindigde. In een jaar dat bol staat van de herdenkingen rond het begin van deze oorlog, is dat straf. Sowieso leren de laatstejaarsstudenten in het middelbaar over beide Wereldoorlogen en vele scholen bezoeken dan ook Ieper en omgeving. Maar dit jaar word je langs alle kanten nog eens extra herinnerd aan het feit dat de oorlog uitbrak in 1914 en dan nog weet 1 op de 10 dit niet. En maar liefst 7 op de 10 kunnen niet de juiste bondgenoten aanduiden. 2% denkt dat het Duitse Keizerrijk (in de enquête foutief Duitsland genoemd overigens) aan onze kant stond en maar liefst 15% meent dat Oostenrijk-Hongarije onze vrienden waren. Nog wat cijfers: 22% denkt dat koning Albert naar Londen vluchtte, (dezelfde?) 22% weet niet dat de klaproos symbool staat voor de oorlog. En de rol van de IJzer en haar sluiswachter is voor de helft van de jongeren een groot mysterie.

Is dit erg? De professor krijgsgeschiedenis en de geschiedenisleerkracht in de studio vinden van niet. De professor wijst erop dat een gelijkaardige test over andere vakken zoals biologie of fysica, dezelfde resultaten zou opleveren. Hij is niet verwonderd en vindt de resultaten niet dramatisch. Want, zo zegt hij, er werd hier gevraagd naar feiten en niet naar inzicht. Dit laatste wordt bevestigd door de leerkracht. We moeten niet panikeren als ze feitjes die ze net geleerd hebben, niet meer weten. Het gaat immers om een minderheid en het is belangrijker dat de leerlingen inzicht verwerven in de materie. Bovendien zouden de resultaten bij volwassenen misschien nog slechter zijn. De professor merkt even later op dat de interesse voor de geschiedenis dan weer toeneemt met de leeftijd, dus hierover zijn beide het niet eens. Er is volgens meneer de professor ook te weinig aandacht voor het fenomeen oorlog en te veel voor randfenomenen. Maar, zegt de leerkracht, conflicten spreken meer aan dan politieke structuren.

Goed. Laten we daar nu eens naar kijken en enkele bedenkingen oplijsten.

Ten eerste. In mijn ervaring zijn feitjes zoals "de klaproos" of "de IJzer" of "11 november" dingen die gemakkelijk te onthouden zijn door leerlingen en die bovendien gemakkelijke punten opleveren op een examen. Mijn medeleerlingen en -studenten waren meestal veel beter in het onthouden van dergelijke harde feiten dan in het formuleren van een tekst die inzicht in de materie tentoonspreidde. Er waren er die zonder al te veel problemen hun cursus van A tot Z konden aframmelen, maar als je hen vroeg om E in verband te brengen met K en te verklaren waarom dit leidde tot V... tja, dan waren ze gebuisd. En sommigen klaagden dat er bij sommige vakken te veel geredeneerd moest worden, "geef mij maar blokvakken".

Waarom kunnen de ondervraagde leerlingen dan deze simpele feiten niet onthouden? Omdat het tegenwoordig niet meer moet, volgens veel mensen. "Als je harde feiten wil weten, kan je het altijd snel opzoeken op internet. Het is veel belangrijker om inzicht te verwerven in de materie." De huidige studenten burgerlijk ingenieur bijvoorbeeld moesten in het tweede middelbaar de formules voor omtrek en oppervlakte van een cirkel niet kennen, ze kregen die in de opgave indien nodig. Misschien dat ze dit in latere jaren wel moesten kennen, dat kan ik niet met zekerheid zeggen. Maar zou u een gebouw, brug of auto laten ontwerpen door iemand die dergelijke dingen eerst moet googelen?


Dat brengt mij bij het tweede punt. Hoe kan je verwachten dat leerlingen, en mensen in het algemeen for that matter, inzicht hebben in een gebeurtenis als ze de bijhorende feiten niet kennen? Als leerlingen denken dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak in 1830 of 1968, kunnen ze toch de tijdsgeest niet begrijpen? Een groot conflict als dit had een jarenlange aanloop, als een emmer die langzaam gevuld wordt tot plots die ene druppel er te veel aan is. Deze hele opbouw kan je niet begrijpen als je denkt dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak voordat België erkend werd als land, of in volle Koude Oorlog. En al helemaal niet als je denkt dat Oostenrijk-Hongarije en het Duitse Keizerrijk onze bondgenoten waren... Kennis van en inzicht in de Eerste Wereldoorlog is bovendien ook nodig om ook maar iets te snappen van decennia die daarop volgden.

De opmerking van de leerkracht in de studio dat conflicten meer aanspreken dan politieke structuren, daar kan ik hem geen ongelijk in geven. Maar beiden zijn wel onlosmakelijk verbonden met elkaar. Hoe verklaar je anders dat een schietpartij in de Balkan uitmondde in een wereldwijd conflict met miljoenen en miljoenen slachtoffers?


Om te nuanceren wil ik als derde punt aanhalen dat niet al deze vragen even relevant zijn. De datums, de bondgenoten, dat zijn inderdaad belangrijke feiten om het conflict te kunnen kaderen in de geschiedenis. Weten dat de klaproos het symbool bij uitstek is, is in mijn ogen net iets minder belangrijk om de gebeurtenissen te kunnen begrijpen.


En ja, meneer de professor, bij een test over biologie of fysica zouden de resultaten waarschijnlijk gelijkaardig zijn. Maar moeten we dat daarom zomaar aanvaarden? Moeten we ons dan niet de vraag stellen wat er moet veranderen in het onderwijs in plaats van de schouders op te halen?

We mogen ook niet uit het oog verliezen dat de meerderheid van de leerlingen wél juist kon antwoorden op deze vragen. Maar hierbij moet dan weer de kanttekening gemaakt worden dat we niet op onze lauweren mogen rusten. We moeten zorgen dat deze en toekomstige generaties de feiten blijven kennen en inzicht verwerven. Feiten EN inzicht, niet enkel het ene OF het andere. Want, zoals de leerkracht in de studio zei, als de maatschappij haar geschiedenis verliest, is ze zichzelf niet meer.


En tot slot, voor de mensen die niet meer precies weten wat de directe aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog was, is er dit fragment uit Horrible Histories:

donderdag 23 januari 2014

Helpdesk

12u30

“Goedemiddag, helpdesk, u spreekt met Theodoor.”
“Ja goedemiddag, ik bel u omdat het internet hier thuis niet werkt. We hebben de router eens herstart door de stroomkabel uit te trekken maar dat heeft het probleem niet opgelost. Eén van de lampjes die zouden moeten branden, brandt niet.”
“Oké, ik zal even enkele testen uitvoeren om vast te stellen wat het probleem is.”



“Hallo mevrouw? Ja, er scheelt inderdaad iets met de verbinding. U mag even de router resetten door achteraan het toestel de reset-knop 30 seconden ingedrukt te houden. Is dat gelukt? Ja? Prima, dan laat ik het systeem over een half uurtje terugbellen om te kijken of uw probleem is opgelost. Nog een prettige dag verder!”
“Danku, en voor u ook.”


13u15

TRIIIING

“Heeft de oplossing die u werd voorgesteld door onze medewerker uw probleem opgelost? Ja, druk 1. Neen, druk 2.”

2.

“Wenst u opnieuw met een medewerker te spreken? Ja, druk 1. Neen, druk 2.”

1.

“Wij verbinden u dadelijk door met een medewerker. In de tussentijd voeren we enkele testen uit op uw systeem.”

Tiritombaaaaa tiritombaaaaa

“Goedemiddag, helpdesk, u spreekt met Roland.”
“Ja goedemiddag, ik bel u omdat het internet thuis niet werkt. We hebben de stroomkabel van de router uitgetrokken, de router ook al gereset maar het is nog niet opgelost. Eén van de lampjes brandt nog steeds niet.”
“Oké, ik ga even alle gegevens verzamelen. Da’s op naam van Mr Awesome? En e-mailadres is mr.awesome@kickass.be?”
“Ja, dat klopt.”
“Oké, ik ga even nog een test doen, gelieve even te wachten.”
“Zijn wij eigenlijk de enige met een probleem of is dit een algemene storing?”
“Nee mevrouw, het is enkel bij u. Ik zie hier dat de gegevens inderdaad niet goed worden doorgestuurd. En uw modem heeft de voorbije maanden regelmatig storingen ondervonden. Dus het is best dat u naar onze plaatselijke winkel gaat en uw modem inruilt voor een nieuw toestel. Ik zal u nog even uw storingsnummer geven, dat is 797204. Wanneer zal ik het systeem laten terugbellen om te vragen of uw probleem is opgelost?”
“Euhm, over een uurtje, tegen 15u?”
“Perfect, dat zal ik doen. Nog een prettige dag verder, mevrouw.”
“Ja voor u ook, dankuwel.”

Op naar de winkel dus. De wachttijd was langer dan de reclame-lus op hun televisieschermen, maar toen het eindelijk aan ons was, was het op 5 minuten geregeld. Nieuwe router, maar ze konden hun gegevens niet updaten want “het systeem werkte niet mee”.


15u10, net thuis, router aan het uitpakken.

TRIIING

“Heeft de oplossing die u werd voorgesteld door onze medewerker uw probleem opgelost? Ja, druk 1. Neen, druk 2.”

2.

“Wenst u opnieuw met een medewerker te spreken? Ja, druk 1. Neen, druk 2.”

1.

“Wij verbinden u dadelijk door met een medewerker. In de tussentijd voeren we enkele testen uit op uw systeem.”

Tiritombaaaaa tiritombaaa

“Goedemiddag, helpdesk, u spreekt met Engelbert.”
“Ja goedemiddag. We hebben al sinds 12u geen internet meer, hebben al 2 keer naar de helpdesk gebeld, router herstart et cetera, nu net een nieuwe gaan halen en die is nog aan het opstarten maar uw systeem belde net.”
“Oké, dan zullen we even wachten tot die is opgestart, ik ga ondertussen nog enkele testen doen.”



“Dat lampje brandt nog steeds niet meneer, net zoals bij de oude router die we dus net vervangen hebben.”
“Ja, dat gaan we nu proberen op te lossen he. ik zie hier ook dat de gegevens niet doorkomen. Mag ik uw login en paswoord even alstublieft?”
“Euhm, waar vind ik dat?”
“Op uw contract dat indertijd is afgesloten.”
Op zoek naar het contract dus! Wanneer we dat niet meteen vinden, zegt Tom plots:
“Op uw facturen staat dat ook. Ik zal u dan een nieuw wachtwoord geven.”

Daar komt ge nu mee af!

“Ja mevrouw, kunt u even een computer rechtstreeks aansluiten op de router? Start dan uw webbrowser, maak de adresbalk leeg, typ 192.168.1.1 en druk op enter. Dan moet u het serienummer van de router ingeven, dat vindt u onderaan het toestel, en op enter drukken.”

Met de router ondersteboven in één hand typen we het serienummer in en drukken op enter.

“Meneer, onze sessie is verlopen, zegt dat spel hier.”
“Ja, dan moet u uw serienummer opnieuw invoeren.”

Zucht… Een sessie van nog geen 2 minuten? Soit…

“Oké, het is gelukt meneer.”
“Goed, dan ziet u daar uw login staan en daaronder uw paswoord. Maak dat vakje leeg en typ het nieuwe paswoord in, dat is WoRsTpAsSeVaH.”
“Oké, done.”
“… Ah ja, ik zie hier inderdaad dat er een probleem is.”
“Wat scheelt er dan?”
“Het is blijkbaar een algemene storing in uw buurt.”

QDSFQDGQGSHQR

“Maar meneer, daarstraks zeiden ze dat dat niet het geval was…”
“Maar toen was dat ook nog niet.”
“Ah… En wat nu?”
“U zal gewoon moeten wachten nu tot de storing verholpen is.”
“En hoelang zou dat dan duren?”
“Oh, een uurtje of twee.”

Hah, dan is het 17u, aka niemand-meer-te-bereiken-o’clock.

“Ah ja.. oké dan maar zeker?”
“Nog een prettige dag verder mevrouw.”

KLIK

Conclusies:
1) Niemand vraagt ons of de kabels goed insteken. Goed, we hadden dat gecontroleerd, maar is dat niet stap 1 of 2 in troubleshooting?
2) Ze kunnen onze klantennummer en e-mailadres opvragen, maar niet onze loginnaam?
3) Roland had die login helemaal niet nodig voor zijn testen, Engelbert wel. Hebben die mannen dan geen vaste procedure voor zo’n testen?
4) Om 13u30 was er nog geen sprake van een algemene storing en hadden enkel wij problemen, om 15u30 was er weldegelijk een algemene storing. Waren wij dan patient zero…?
5) Roland was veel vriendelijker dan Engelbert.
6) I need vodka after this.

*Namen, codes en e-mailadressen zijn veranderd, de mensen die we te spreken kregen, hadden niet echt zo'n coole namen.

woensdag 9 oktober 2013

Ermagherd! Oorbellen en handtassen!

Ik las daarnet dit artikel op een nieuwssite en mijn vingers begonnen te jeuken terwijl mijn tenen zich krulden. Het gaat mij niet enkel om dit ene evenement. In Sint-Truiden wordt er ook elk jaar een Ladies City Day georganiseerd waarbij men de vrouwelijke helft van de bevolking lokt met cava ("bubbelssssssss!"), goodie bags (Oh! My! God! Ne sleutelhanger!) en BV's.

Waarom worden alle vrouwen over dezelfde kam gescheerd? Er wordt blijkbaar verwacht dat wij enkel de belofte van make-up en oorbellen nodig hebben om onze hoge hakken aan te trekken en naar zo'n evenement te trekken. Het is natuurlijk ieders goed recht om dat te doen en ongetwijfeld zullen de organisatoren 's avonds wel weten wat ze eraan verdiend hebben. Maar ik vraag me dan af of dit echt is hoe marketing-jongens naar vrouwen kijken: een kudde die hersenloos (en ik citeer uit het bovenstaande artikel) "zich komt vergapen aan" handtassen en oorbellen. Net als koeien naar een trein staren.
Voor mij persoonlijk voelt dat aan als een blijk van minachting, alsof wij niet voor onszelf kunnen denken. Alsof we niet bepaald intelligent zijn. En alsof we allemaal identiek (zouden moeten) zijn.

Maar guess what? We zijn niet identiek. Acties op Facebook om oorbelletjes of make-up te winnen, kunnen mij gestolen worden. Bloemetjesmotieven zijn niks voor mij. En ik heb nog nooit in m'n leven een aflevering van Gossip Girl of The Vampire Diaries gezien. Ben ik nu abnormaal? Of minderwaardig? Is het zo vreemd dat ik liever naar wielrennen of Formule 1 kijk? Of liever zit te gamen met vrienden dan op een terrasje bubbelsssssss ga drinken? Blijkbaar wel. Al in onze kindertijd krijgen we te horen en te lezen dat meisjes met poppen spelen, roze leuk vinden en graag jurkjes aandoen. Als jij dat niet doet, ben je vreemd. Je wordt nagekeken, uitgelachen, je hoort er op school niet bij. Ah nee, want jij wil knikkeren met de jongens maar de jongens willen dat niet want jij bent een meisje en jongens van 10 vinden meisjes maar stom.

BFF's, dat heb ik nooit gehad. Ik trok liever met jongens op. En dan krijg ik op een dag te horen "dat er iets scheelt met mij, dat er iets verkeerd zit in mijn hoofd, want ik heb geen vriendinnen." Ik wou dat ik dit verzonnen had, maar jammer genoeg niet. Zo kijkt de maatschappij blijkbaar naar meisjes die zich niet conformeren en die het verschil niet kennen tussen Jimmy Choo en Louboutin (welk was nu ook alweer het merk met de rode zolen?). En dan heb je twee opties: proberen stand te houden en jezelf te blijven ondanks de kritiek, ofwel je aanpassen. Aanpassen is misschien het gemakkelijkste (ah ja, je koopt wat oorbelletjes en make-up, heel gemakkelijk via Facebook!), maar word je daar op langere termijn gelukkig van? Ik betwijfel het. Waarmee ik eigenlijk bedoel dat ik er zeker van ben dat dat niet het geval is. Je geeft dan een stukje van jezelf op. En vroeg of laat komt dat stukje terug rondspoken in je hoofd.

En als je wel voet bij stuk houdt en je eigen weg zoekt, dan zal je merken dat je als vrouwelijke wielerliefhebber met vooroordelen geconfronteerd wordt ("gij kijkt alleen naar de koers voor de schoon benen!"). Maar ook dat er nog andere meisjes/vrouwen zijn waarmee je wél dingen gemeen hebt en dat er dan misschien toch niks verkeerd zit in dat hoofdje. Dat je wél vriendinnen kan hebben, met wie je samen kan gamen in plaats van hersenloos naar de dichtstbijzijnde handtassenwinkel te lopen.

En aan de organisatoren van dergelijke evenementen wil ik nog dit kwijt: respecteer onze eigenheid en ons vermogen om zelfstandig na te denken en keuzes te maken. Behandel niet alle vrouwen als schapen die zomaar in een bepaalde richting kunnen gejaagd worden.

donderdag 18 juli 2013

About stacking and YOLOing into stuff

Don't worry, I have not turned into one of those #yolo #swag kids! No, I want to talk about a computer game today. And about some people I met while playing this game.

"Friendships over the internet aren't real." That's what you hear when you tell people about friends you met through video games. I guess it depends on how you define friendship. True, you cannot call those people on a Friday night to go out drinking and you might not even know their real name. But on the other hand you share the same interest (a video game) and you may find you have more things in common.

During these last few months, I spent quite some time in Tyria, the fictional world of Guild Wars 2. It's in this world that I met some totally awesome people to form a guild with. Together we fought dragons, saved the cute quaggans and battled our way through dungeons. These dungeon runs ranged from 10 minutes to nearly 6 hours. Yes, six hours. These endeavours, together with other shenanigans like exploring the major cities for hidden corners, molded us into a good team and even a bunch of friends.
Today two of those people announced they're quitting the game. I respect their decision yet I couldn't help but feel sad about it. Thinking back on the "old times" made me laugh and shed a tear at the same time.

One person, known as Razz or V, would always assume command of the operation. Even when he stepped in for someone else in the middle of a dungeon, he would straightaway tell us to (my apologies for the technical lingo, dear readers) "stack right here so we can L.O.S. them around the corner. I'll throw a reflect wall and then Nico can cast his wall afterwards. Ready? Then I'll go pull the enemy with my Golem in a Box." Don't ever let him hear me saying this, but his advice and tactics were really good and pulled us through on numerous occasions! He was also the guild mate who ALWAYS found new tricks to glitch stuff and enter undiscovered areas. The following game update usually fixed these glitches, which made him slightly grumpy and amused us to no end.

The other person was V's brother Paen aka P. While V held briefings before engaging a difficult enemy, Paen showed off his shiny new weapons and yell things like "ERMAGHERD, ROCKET BOOTS, YOU GUYS!". And then, while we stacked and V went to pull one enemy, Paen would opt for his own battle plan. This own plan turned out to be a slightly adapted version of Leeroy Jenkins. 'Adapted' meaning he shouted "YOLO" before running in, realizing he made a terrible mistake and saying "Oh sh*t, oh guys, halp?" Or he would ask where I was ("east of that city") and then run toward me, not find me and realize he went west instead of east. Occasionally we would also have serious conversations about the real world. Especially Paen, the "chaotic" one, turned out to be someone who I could talk to about serious stuff.

The contrast between V and P could hardly be bigger: one thinking about battle plans, the other just running in. But what they had in common was a great sense of humour that often had everyone in the guild choking on their drinks or dying in the game because we were laughing too hard to focus on the fight.

If someone tells me "friendships over the internet aren't real", I will disagree with them because to me friendship is having fun together and listening when someone is feeling a bit down. And that's exactly what me and my guild mates do.

So when V told us they were both quitting the game I felt sad. Even though we will try to keep in touch and we might find a new game to play together, this guild will not be the same as before. I will definitely miss the structure V brought during dungeon runs and the crazyness that followed P.


V and P, thank you for all the fun we've had so far. I wish both of you the best of luck in life and I hope to see you again someday!

zaterdag 5 januari 2013

... viseert een bevolkingsgroep

Allereerst een gelukkig nieuwjaar gewenst aan al mijn lezers, zowel mijn trouwe volgelingen als de occasionele bezoekers.

Ik heb een tijd geleden een relaas gedaan over mijn ervaringen in de trein. Tijd dus om het over een andere vorm van openbaar vervoer te hebben. Meer bepaald over een bepaalde bevolkingsgroep die de bussen terroriseert. Iedereen kent ze wel, die mensen die zich beter voelen dan iedereen en dat ook duidelijk laten merken. Een typische busrit in Leuven verloopt daardoor steeds volgens hetzelfde stramien.
Je komt aan de bushalte aan het station en daar staat meestal al een exemplaar te wachten. Als ze er nog niet staan, moet je gewoon even wachten en dan komen ze zeker opdagen. Ze zijn makkelijk herkenbaar aan hun typische kledingstijl en vooral ook hun manier van praten en lopen. Niet dat ze allemaal even erg zijn, sommigen vallen zeker goed mee. Maar de anderen zijn onmiddellijk herkenbaar en je weet ook meteen dat ze problemen gaan geven.
Gisteren bijvoorbeeld kwam een specimen naast mij op het perron staan, op minder dan twee meter van de vuilnisbak. Aangezien we nog even op de bus moesten wachten, vond dit exemplaar het een goed moment om nog even een snoepje te eten. Zodra het chocolaatje in haar mond stak, frommelde ze het papiertje op en keek ze even rond zich. Toen ze merkte dat ik haar in het oog had, deed ze alsof ze het papiertje in haar jaszak wou steken, om het vervolgens "subtiel" op de grond te gooien. Dit is iets waar ik niet tegen kan, beste lezers. Er stond een vuilnisbak op amper twee passen afstand en het perron stond zeker niet zo vol dat deze onbereikbaar was. En zelfs als er geen vuilnisbak binnen aanvaardbare afstand staat, hoef je je afval nog niet op de grond te gooien. Steek het dan in je jas of handtas (ze had een grote handtas bij, dus zeker plaats genoeg) tot aan de eerstvolgende vuilnisbak. Maar gooi je afval niet op de grond en al zeker niet na zo'n circus waarbij je doet alsof je het in je jas gaat steken. Dat bewijst dat je goed genoeg weet dat dat niet hoort!
Ik heb even overwogen om te zeggen tegen deze persoon: "Excuseer, ik denk dat u iets heeft laten vallen." Maar de bus kwam toen net aan en het ellebogenwerk begon. Er zijn al mensen voor minder onder een bus geduwd. U mag twee keer raden wie het hardste liep te duwen en trekken om als eerste op de bus te kunnen... Inderdaad, onze sluikstortende vriendin, samen met enkele van haar soortgenoten die plots uit het niets opdoken. Het lijkt alsof ze daar een sport van maken: als eerste op de bus willen en dan de deur blokkeren omdat ze iets willen vragen aan de chauffeur. Zodra ze dan ingestapt zijn, is het tijd voor de volgende stap: plaats zoeken. Sommigen lijken een favoriete plaats te hebben en die moeten en zullen ze te pakken krijgen. Als er al iemand zit, wordt deze persoon verzocht om op te staan, op vriendelijke of minder vriendelijke wijze. Het probleem is dat je er moeilijk tegenin kan gaan, omdat dan alle medepassagiers scheef naar je kijken. Ze willen niet gediscrimineerd worden als lid van een bepaalde bevolkingsgroep, maar als het hen uitkomt, zwaaien ze wel met hun lidkaart van deze groep: "ik mag zitten want..."
Het lef van sommige bejaarden!

Bent u geneigd om op te staan voor iemand die eerst een aanval doet op het wereldrecord hinkstapspringen in een poging om als eerste op de bus te raken en vervolgens een wandelstok bovenhaalt en een zitplaats opeist omdat hij slecht te been is? Of iemand die eist dat de passagier op de tweede zetel vooraan links opstaat terwijl er achteraan de bus nog 5 plaatsen vrij zijn?
Zo'n relschoppers moeten bij mij niet afkomen. En dan trek ik het me ook niet aan dat ze tegen hun vriendin zitten te klagen: "Oooh Mariëtte, die jeugd van tegenwoordig, die staan hun plaats niet meer af aan ons, het is toch erg he."
Ja mevrouw, het is erg gesteld met de jeugd, maar ik sta mijn plaats wel af aan oudjes die slecht te been zijn én ik gooi geen afval op de straat, dank u.

donderdag 25 oktober 2012

Excuustruus

Het heeft na de verkiezingen van 14 oktober geen twaalf uur geduurd eer er in Sint-Truiden een coalitie was gesloten tussen CD&V en OpenVLD om samen te gaan besturen. Of er nu al dan niet een voorakkoord bestond, is voer voor discussie. Maar laten we dat een andere keer bespreken. Ik wil het hebben over onze nieuwe burgemeester Veerle Heeren en over een kort "gesprek" dat ik enkele jaren geleden met haar had.

We schrijven 2006, ik zit in het laatste jaar van het middelbaar en onze klas heeft een uitstap naar Brussel om onder andere het Vlaamse Parlement te bezoeken. Ter plaatse krijgen we in het halfrond wat uitleg van een volksvertegenwoordiger uit onze eigen stad, mevrouw Heeren. Nadat ze verteld heeft waar zo'n Parlement zich zoal mee bezighoudt, krijgen we de kans om vragen te stellen over de politieke actualiteit. Op dat moment werd in het nieuws veel aandacht besteed aan de vrouwenquota. Kieslijsten moesten in het vervolg uit evenveel mannelijke als vrouwelijke kandidaten bestaan (en de eerste drie kandidaten op een lijst mogen niet allemaal van hetzelfde geslacht zijn). Het gevolg van deze beslissing was dat partijen naarstig op zoek gingen naar vrouwelijke kandidaten om op de lijst te staan voor de gemeenteraadsverkiezingen die er toen aankwamen. Sommige partijen waren zelfs zo wanhopig dat ze in ware tupperware-stijl infosessies organiseerden: "organiseer thuis een avond met vriendinnen waarop één van onze vrouwelijke kopstukken komt praten".

Dus toen ik de mogelijkheid zag om Veerle Heeren daar persoonlijk over te interpelleren, kon ik dit niet zomaar laten voorbij gaan. De volgende (zeer korte) dialoog was het resultaat:
- "Over die vrouwenquota voor kieslijsten vraag ik me het volgende af. Is het niet beter om kandidaten te selecteren op competenties dan op geslacht?"
° "Vrouwen kunnen ook bekwaam zijn hoor!"
- "Dat ontken ik niet, maar ik word persoonlijk liever vertegenwoordigd door een bekwame man dan door een vrouw die enkel en alleen verkozen is omdat ze een vrouw is."
° "Maar vrouwen kunnen ook bekwaam zijn."

U ziet het, beste lezer, er viel niet echt met haar te praten over het onderwerp. Tijdens de verkiezingscampagne de afgelopen maanden was de slogan van mevrouw Heeren "Ik kies voor HAAR!" en hield ze acties onder de titel "Stem vrouw". Ik vroeg me toen af hoe men zou reageren wanneer een man campagne zou voeren met "Stem op mij, want ik ben een man". Of hoe die-hard feministes en voorvechtsters van de vrouwenquota zouden steigeren wanneer in typische vrouwenberoepen, zoals vroedkunde, quota worden opgelegd dat er evenveel mannen als vrouwen moeten aangenomen worden. "Ja mevrouw, u bent de beste kandidaat op basis van uw competenties maar jammer genoeg moeten we een man aanwerven. Nog een prettige dag verder." De golf van verontwaardiging zou allicht groot zijn.

Behalve het feit dat met deze quota niet de meest bekwame kandidaat wordt aangenomen of verkozen, kan je je ook afvragen hoe het voelt voor de persoon die de begeerde positie krijgt, de zogenaamde excuustruus (of -guus indien het om een man gaat). Dat hij/zij niet op eigen kracht bewezen heeft hogerop te raken en die functie enkel gekregen heeft door te beschikken over het juiste chromosoom. Zou u zich daar goed bij voelen? En u, kersverse mevrouw de burgemeester? Ik alvast niet.


In afwachting van een storm aan feministisch ge-"maar-maar",
An